Afwegingskader als hulp bij nieuwe norm melding kindermishandeling of huiselijk geweld

Geplaatst op: 23-10-2018

Per 1 januari 2019 verandert het besluit van de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Wat betekent dit voor een ggz-instelling?

Het wordt vanaf januari een professionele norm om een melding te doen bij de organisatie Veilig Thuis als er vermoedens zijn van ernstig huiselijk geweld of ernstige kindermishandeling; door professionals vertaald in vermoedens van acute en structurele onveiligheid. Om te bepalen of daar sprake van is, gebruiken zorgprofessionals het afwegingskader.  

Het klinkt allemaal vrij ingewikkeld. Maar systeemtherapeute Reinette Montsma, projectleider en aandachtsfunctionaris van het project meldcode bij GGZ Friesland, doet er alles aan met haar team en de interne trainers om de meldcode inclusief het nieuwe afwegingskader binnen GGZ Friesland goed te laten landen. 

,,Vanaf juli 2018 zijn we verplicht te oefenen met het nieuwe afwegingskader. Feedback op het afwegingskader kunnen we dan intern en naar de landelijke werkgroepen terugkoppelen. Het afwegingskader is een hulpmiddel om per casus een zorgvuldige afweging te kunnen maken. Het is geen afvinklijstje."

Onveilige situatie

Zo’n zorgvuldige afweging is essentieel weet ze uit eigen ervaring. Reinette: ‘Toen ik nog bij Kinnik Kind en Jeugd werkte, kreeg ik te maken met gezin waarvan de veertienjarige dochter naar Kinnik was verwezen vanwege posttraumatische-stressstoornis klachten. Al tijdens de intake gaf ze aan dat ze misbruikt werd door één van haar verzorgers, bij wie ze ook regelmatig woonde. Dit zou je nu een structurele onveilige situatie kunnen noemen."

Ze vervolgt: ,,Met toestemming is dat toen gemeld bij Veilig Thuis. We hadden toen weliswaar nog geen afwegingskader maar hebben er wél alles aan gedaan om dit meisje zo goed mogelijk te helpen. Hulp verlenen of hulp organiseren staat ook in onze huidige Meldcode. Er waren korte lijnen met de klinisch psycholoog en de psychiater. Uiteindelijk heeft het meisje na wikken en wegen besloten aangifte te doen."

Deze aangifte heeft niet geleid tot veroordeling maar tot seponeren van de zaak, wegens gebrek aan bewijs. Acute Veiligheid kon toen niet georganiseerd worden via justitie. Met het Multidisciplinair Centrum Kindermishandeling (nu MDA++) en een systeemtherapeut van Kinnik werd met behulp van Signs of Safety met deze verzorger afgesproken dat die zich niet in de omgeving van het kind zou ophouden. Daarna kon pas gestart worden met traumabehandeling.  

Aan de slag

Er zijn nu meer dan 25 teams getraind om goed te werken met de meldcode. Reinette: ,,Het afwegingskader, zoals we dat nu hebben opgesteld, zat nog niet in de training bij aanvang van de start van het project. Vanaf nu nemen we het afwegingskader wél mee in de trainingen. De teams die al getraind zijn, krijgen deze essentiële aanvulling nog. We starten nu eerst met vijf teams waar we mee gaan oefenen. Iedereen kan al oefenen door een casus langs het concept Afwegingskader te leggen."

Mocht je als proffesional een vermoeden hebben van huiselijk geweld of kindermishandeling, schroom dan niet om te overleggen en te handelen volgens de professional normen. Overleg kun je hebben met je eigen teamgenoten,  maar je mag ook altijd een aandachtsfunctionaris benaderen. Het is moeilijk genoeg om in complexe zaken de juiste toon neer te zetten. Daarom is het van belang om ons juist te ontwikkelen in de anticiperende houding."

Professionele normen 

Het doen van een melding bij Veilig Thuis van (vermoedens van) kindermishandeling en of (vermoedens van) huiselijk geweld is een professionele norm en wordt als zodanig noodzakelijk geacht: 

Professionele norm 0: Binnen GGZ Friesland werken we met een anticiperende houding die het makkelijker mogelijk maakt de andere professionele normen vorm te geven zonder contact te verliezen.  

Professionele norm 1: In gevallen van acute en/of structurele onveiligheid. 

Professionele norm 2: In andere gevallen waarin de hulpverlener  meent dat hij, gelet op zijn competenties, verantwoordelijkheden en professionele grenzen, in onvoldoende mate effectieve hulp kan bieden of kan organiseren bij (vermoedens van) kindermishandeling en/of huiselijk geweld. 

Professionele norm 3: Wanneer de hulpverlener die hulp biedt of organiseert om betrokkenen te beschermen tegen (vermoedens van) kindermishandeling en/of huiselijk geweld, constateert dat de onveiligheid niet stopt of zich herhaalt.  

Professionele norm 4: In geval van norm 1, 2 en 3 is de norm melden. Deze melding wordt binnen GGZ Friesland doorgezet na zorgvuldige toepassen van het afwegingskader en het conflict van plichten. Bij melden is dit altijd gewogen met een klinisch psycholoog of psychiater.  

Meer weten?