De cirkel van geweld doorbreken

Geplaatst op: 15-03-2017

‘We hebben een missie: het geweld stoppen!’ Geke Woudstra, algemeen manager van de Polikliniek Forensische Psychiatrie, noemt de samenwerking binnen DHHG (Directe Hulp bij Huiselijk Geweld) bijzonder. ‘Om geweld in de provincie te stoppen, is samenwerking essentieel. Je gezamenlijk verantwoordelijk voelen en de gezinnen niet loslaten tot de situatie weer veilig is. Daar werken we met elkaar aan.’

Directe Hulp bij Huiselijk Geweld (DHHG) is een samenwerkingsverband van verschillende instellingen, dat direct en outreachend hulp biedt bij huiselijk geweld. Het gaat om zaken die vanwege huiselijk geweld gemeld worden bij de politie. Elke ochtend vindt er een screening plaats en wordt de zaak gekoppeld aan de best passende instelling/hulpverlening. Eén hulpverlener, één plan. Daar gaat het om. Het streven is dat er binnen 24 uur contact is met de betrokkenen en de hulpverlening in het gezin kan starten. Medewerkers van de Polikliniek Forensische Psychiatrie (Poli FP) hebben een grote rol in dit samenwerkingsverband, dat nu vijf jaar op deze manier samenwerkt.

Tweeduizend zaken

Elke dag komen medewerkers van de Poli FP, Veilig Thuis, maatschappelijk werk van de gebiedsteams en Fier bij elkaar om de zaken door te nemen die de vorige dag als huiselijk geweld gemeld zijn bij de politie. In totaal gaat het om meer dan 2000 huiselijkgeweldzaken per jaar. Het team dat vanuit de poli FP in DHHG werkt, bestaat onder anderen uit Fred Kolkman, Iris ten Wolde, Brenda de Jong en Dorien Krijt. Fred: ‘We screenen eerst of het gezin bij GGZ Friesland bekend is en bekijken of er sprake kan zijn van psychiatrische problematiek. Zo ja, dan pakken wij de regie in deze casus.’

Intern traject

Wanneer de pleger van huiselijk geweld in behandeling is bij GGZ Friesland, nemen de medewerkers contact op met de betreffende hoofdbehandelaar. Iris: ‘Het kan zijn dat de behandelaar al op de hoogte is van het huiselijk geweld en met tips van ons zelf de regie wil hebben. Ook kunnen wij tips geven of een laagdrempelig aanbod doen voor een behandeling.’

De hulpverlener praat met het slachtoffer, met de (ex-)partner en met de kinderen. Zo wordt duidelijk wat er nodig is om weer veilig te leven, wat mensen daar zelf aan kunnen doen en waarbij ze hulp nodig hebben. Samen met het slachtoffer en de gezinsleden maakt de hulpverlener op korte termijn een plan om nieuwe incidenten met (dreiging van) geweld te voorkomen. ‘Een vervolgtraject kan een behandeling zijn binnen ons zorgpad huiselijk geweld, dat specifiek gericht is op het voorkomen van herhaling van geweld’, zegt Iris. ‘Maar we kunnen ook losse modules inzetten. Vooral bij heftige casussen pakken we het vervolg zelf op. Hiervoor bieden we diverse trainingen en behandelingen.’

Motivatie

Bij gezinnen die nog niet bekend zijn bij GGZ Friesland, werkt het team outreachend. Ze proberen in contact te komen met het gezin. In één van de visiestukken over DHHG staat dat crisissituaties kansen bieden en dat de motivatie tot verandering dan groot is. ‘Dat klopt’, zegt Fred. ‘Hoewel je wellicht zou denken dat je hemel en aarde moet bewegen om plegers van geweld te motiveren om hulp te accepteren, blijkt er vaak een grote opluchting te zijn. We richten ons op het hele gezin. Vaak zijn kinderen getuigen van geweld. We kijken naar wat het gezin nodig heeft en zorgen dat alle betrokkenen de juiste hulp krijgen. Dat doen we zelf, of we schakelen hulp in van een van de andere betrokken instellingen.’ Dit zijn onder andere VNN, Centrum Jeugd en Gezin, het Veiligheidshuis, politie, wijkteams MEE, Zienn, Jeugdhulp Friesland, scholen en de Raad voor de Kinderbescherming. 

Dossiers

Om een goed beeld van de casus te krijgen, zijn de medewerkers gemachtigd (volgens het convenant tussen de betrokken ketenpartners) om in de dossiers te kijken. Iris: ‘Uiteraard gaan we hier zorgvuldig mee om en gebruiken we alleen de informatie die voor ons belangrijk is, bijvoorbeeld of iemand in zorg is en of de behandeling loopt. Het is belangrijk om bij geweldszaken de vinger aan de pols te houden, zodat we – volgens afspraak – kunnen garanderen dat de gezinnen goed in beeld zijn en de juiste hulp krijgen. Vandaar dat we toegang nodig hebben tot de dossiers.’ Fred: ‘Vanuit de poli kunnen we altijd meedenken bij vermoedens van geweld. Liefst willen we de melding bij de politie en DHHG voor zijn. Daarom is het belangrijk dat iedereen oog heeft voor deze problematiek. Is er sprake van oplopende spanning? Herken je een kort lontje? Wij denken graag mee en iedereen kan contact opnemen voor consultatie.’

Geke vult aan: ‘De verantwoordelijkheid om geweld niet te negeren ligt bij ons allemaal. De cirkel van geweld kun je alleen doorbreken als je je verantwoordelijk voelt en actie onderneemt bij vermoedens van geweld. Ik ben ontzettend trots op mijn team en de creativiteit die ze aanboren om hulp tot stand te brengen!'

Meer weten?