'Iemand die suicidaal is, wil niet dood'

Geplaatst op: 13-04-2017

Het aantal suïcides in Nederland neemt toe, zo toont recent onderzoek. Een initiatief als Supranet Community moet deze trend stoppen. Martin Steendam, projectleider Geen Suïcide, vertelt over dit fenomeen. En over zichzelf, zijn drijfveer én zijn eigen zorgen.

Weet je? Iemand die suïcidaal is, wil niet dood.’

In de categorie binnenkomers, presenteren we u Martin Steendam.

De toon is gezet.

Het is een opmerking die bij de leek een wenkbrauw doet fronsen. Maar iemand als Martin, dagelijks bezig met suïcidepreventie, weet waar hij het over heeft. ‘Wie suïcidaal is, heeft een probleem dat moet worden opgelost.’

Zie daar de essentie van wat natuurlijk een complexe problematiek is. Martin vertelt over een onderzoek in de Verenigde Staten, waar mensen van de tientallen meters hoge Golden Gate Bridge (San Francisco) afsprongen. De impact van de klap op het water was bijna altijd dodelijk. Maar er waren ook overlevenden. ‘En die gaven vaak aan dat ze hoopten dat iemand ze, lopend over de brug, vóór hun sprong had aangeklampt. Om te vragen of het wel goed gaat, wat er aan de hand is.’

"Wie suïcidaal is, heeft een probleem dat moet worden opgelost"

Even een kleine zelftest: hoe vaak heb je zelf eens met zomaar iemand of juist een vriendin, vriend, collega of familielid gesproken over mogelijke suïcidale gedachten of neigingen? Nooit? Weinig? Geen idee? Hoe dan ook: vast niet vaak. Het geldt voor velen; geen wonder dat suïcides voor veel naasten of andere mensen in de omgeving veelal als een schok komen, in de categorie ‘niet zien aankomen’.

Taboe

En dus is signalering het sleutelwoord. Een middel als Supranet Community moet dat nog meer bevorderen. Het klinkt misschien als supersnel internet, maar niets is minder waar. Het is de afkorting van Suïcide Preventie Actie Netwerk. 'Een lokale, actiegerichte samenwerking, met als gemeenschappelijk doel het voorkomen dat onze medeburgers eenzaam en radeloos sterven door zelfmoord', aldus Martin.

Hij legt uit: ‘Het is gestoeld op twee belangrijke pijlers: we gaan naar de suïcidale mens toe én we werken samen met GGD, naasten van cliënten en sectoren als onderwijs, gemeente en politie. Alles om eerder te signaleren.’

Supranet Community wordt regionaal ingezet. Friesland is daarbij aangewezen als een vawn de pilots voor de komende jaren. De samenwerking krijgt bijvoorbeeld al in de zorg vorm, want GGD is de kartrekker. GGZ Friesland is partner en volgens Martin werkt het prima, zo’n regionale opzet. Belangrijk daarbij is de samenwerking met zogeheten gatekeepers. Poortwachters dus, zoals een mentor of docent, een wijkagent, een schuldhulpverlener.

Wat in de maatschappij soms nog (te) vaak een taboe is, wordt door gemotiveerde, geëngageerde en vooral samenwerkende zorgprofessionals steeds beter en meer bespreekbaar gemaakt. Maar voordat een cliënt in de zorg terecht komt, moet er eerst gesignaleerd worden. Daarom kan Supranet Community nuttig zijn. En daarom zijn die gatekeepers belangrijk.

Voorbeeld ‘Neem de middelbare school als voorbeeld’, zegt Martin. ‘Een mentor kan iets merken aan een van zijn leerlingen. Het gaat er dan om dat hij niet denkt: ‘Oké, er is dus iets. Ga maar naar de huisarts’. Nee, hij kan zelf al gaan vragen naar bepaalde zaken, kan in gesprek proberen te raken. Signaleren dus, en vervolgens handelen.’

"Het is tijd om ervoor te zorgen dat mensen hun suïcidegedachten delen. Dat het taboe er af gaat"

Het gaat er daarbij niet om dat pakweg een mentor, een wijkagent of een naaste met een pasklare oplossing komt. Martin trekt de vergelijking met eerste hulp bij ongelukken. ‘Een EHBO’er kan helpen bij acute hartproblemen van iemand. Des te meer EHBO’ers die kunnen reanimeren, des te groter de kans dat er iets gedaan kan worden voordat het te laat is. Zo is het met suïcidepreventie ook; hoe meer gatekeepers getraind zijn in signaleren, hoe vaker hulp op tijd kan zijn.’

Die training is cruciaal. ‘Daarbij draait het om de vraag wat je als politieagent, als docent, et cetera kunt doen. Ze leren vaardigheden om te signaleren, om de juiste vragen te stellen. En om op de juiste manieren door te vragen ook vooral. Natuurlijk kun je niet in iemands hoofd kijken; maar iets is beter dan niets.’

Persoonlijk leed

Even wordt het stil. De hoge mate van gedrevenheid, van betrokkenheid; het ligt als een sluier over dit gesprek. Soms is werk maar werk. Maar in de ggz-branche vloeit werk niet zelden voort uit een overtuiging, een maatschappelijk drive, een ideaal of een persoonlijke situatie of aanleiding die de materie in de praktijk nog specialer maakt dan die al was op papier.

Martin: ‘Tja, het is bevlogenheid, denk ik. Ik heb in mijn naaste omgeving geen eigen ervaringen met suïcide. Maar de materie laat me niet los. Ik wil wat doen voor mensen op dit vlak, ik voel me enorm betrokken bij cliënten.’

Hij spreekt van intrige. ‘Kijk, als iemand zegt: ‘Ik wil dood’ dan wil ik weten waaróm. Dat intrigeert mij. Ik wil dan weten wat ik voor hem of haar kan doen, wil mensen helpen die zich ‘uitgesloten’ voelen. Want daar komt het vaak op neer.’

Moeilijk is het soms heus, ook als professional. ‘Iedereen is mens’, knikt Martin. ‘Er zijn dus ook dagen dat het allemaal even goed en hard bij je binnenkomt. Als professional moet je het loslaten, maar er is niks mis mee als het je eens persoonlijk raakt. Het zou juist gek zijn als dat nooit zo was.’

Bekendheid

Meer preventie en zodoende minder suïcide is natuurlijk het doel, maar het zal niet zomaar voor elkaar zijn. ‘Een platform als ‘113Online Zelfmoordpreventie’ (mensen met suïcide en hun naasten kunnen hier 24/7 terecht voor online-en telefonisch-hulpverlening, red.) is goed, maar het duurt even voordat het bekendheid krijgt. En neem ook de rapportage. Vijf jaar geleden was die er niet over suïcidepreventie. Inmiddels wel, er zijn al een paar duizend gatekeepers.’

De moraal van het verhaal is dat suïcide al lang niet alleen maar iets is van de zorg. Het is een maatschappelijk fenomeen. ‘Zo moeten we het ook benaderen’, vindt Martin. ‘Het is tijd om ervoor te zorgen dat mensen hun suïcidegedachte delen. Dat het taboe er af gaat. En als er meer kennis komt en samenwerking, zoals door Supranet Community en gatekeepers, kunnen we als maatschappij op dit vlak echt stappen zetten.’

Weet je? Iemand die suïcidaal is, wil niet dood.’

In de categorie binnenkomers, presenteren we u Martin Steendam.

De toon is gezet.

Het is een opmerking die bij de leek een wenkbrauw doet fronsen. Maar iemand als Martin, dagelijks bezig met suïcidepreventie, weet waar hij het over heeft. ‘Wie suïcidaal is, heeft een probleem dat moet worden opgelost.’

Zie daar de essentie van wat natuurlijk een complexe problematiek is. Martin vertelt over een onderzoek in de Verenigde Staten, waar mensen van de tientallen meters hoge Golden Gate Bridge (San Francisco) afsprongen. De impact van de klap op het water was bijna altijd dodelijk. Maar er waren ook overlevenden. ‘En die gaven vaak aan dat ze hoopten dat iemand ze, lopend over de brug, vóór hun sprong had aangeklampt. Om te vragen of het wel goed gaat, wat er aan de hand is.’

Even een kleine zelftest: hoe vaak heb je zelf eens met zomaar iemand of juist een vriendin, vriend, collega of familielid gesproken over mogelijke suïcidale gedachten of neigingen? Nooit? Weinig? Geen idee? Hoe dan ook: vast niet vaak. Het geldt voor velen; geen wonder dat suïcides voor veel naasten of andere mensen in de omgeving veelal als een schok komen, in de categorie ‘niet zien aankomen’.

Wie suïcidaal is, heeft een probleem dat moet worden opgelost

Taboe

En dus is signalering het sleutelwoord. Een middel als Supranet Community moet dat nog meer bevorderen. Het klinkt misschien als supersnel internet, maar niets is minder waar. Het is de afkorting van Suïcide Preventie Actie Netwerk. 'Een lokale, actiegerichte samenwerking, met als gemeenschappelijk doel het voorkomen dat onze medeburgers eenzaam en radeloos sterven door zelfmoord', aldus Martin.

Hij legt uit: ‘Het is gestoeld op twee belangrijke pijlers: we gaan naar de suïcidale mens toe én we werken samen met GGD, naasten van cliënten en sectoren als onderwijs, gemeente en politie. Alles om eerder te signaleren.’

Supranet Community wordt regionaal ingezet. Friesland is daarbij aangewezen als een vawn de pilots voor de komende jaren. De samenwerking krijgt bijvoorbeeld al in de zorg vorm, want GGD is de kartrekker. GGZ Friesland is partner en volgens Martin werkt het prima, zo’n regionale opzet. Belangrijk daarbij is de samenwerking met zogeheten gatekeepers. Poortwachters dus, zoals een mentor of docent, een wijkagent, een schuldhulpverlener.

Wat in de maatschappij soms nog (te) vaak een taboe is, wordt door gemotiveerde, geëngageerde en vooral samenwerkende zorgprofessionals steeds beter en meer bespreekbaar gemaakt. Maar voordat een cliënt in de zorg terecht komt, moet er eerst gesignaleerd worden. Daarom kan Supranet Community nuttig zijn. En daarom zijn die gatekeepers belangrijk.

Voorbeeld ‘Neem de middelbare school als voorbeeld’, zegt Martin. ‘Een mentor kan iets merken aan een van zijn leerlingen. Het gaat er dan om dat hij niet denkt: ‘Oké, er is dus iets. Ga maar naar de huisarts’. Nee, hij kan zelf al gaan vragen naar bepaalde zaken, kan in gesprek proberen te raken. Signaleren dus, en vervolgens handelen.’

Het is tijd om ervoor te zorgen dat mensen hun suïcidegedachten delen. Dat het taboe er af gaat

Het gaat er daarbij niet om dat pakweg een mentor, een wijkagent of een naaste met een pasklare oplossing komt. Martin trekt de vergelijking met eerste hulp bij ongelukken. ‘Een EHBO’er kan helpen bij acute hartproblemen van iemand. Des te meer EHBO’ers die kunnen reanimeren, des te groter de kans dat er iets gedaan kan worden voordat het te laat is. Zo is het met suïcidepreventie ook; hoe meer gatekeepers getraind zijn in signaleren, hoe vaker hulp op tijd kan zijn.’

Die training is cruciaal. ‘Daarbij draait het om de vraag wat je als politieagent, als docent, et cetera kunt doen. Ze leren vaardigheden om te signaleren, om de juiste vragen te stellen. En om op de juiste manieren door te vragen ook vooral. Natuurlijk kun je niet in iemands hoofd kijken; maar iets is beter dan niets.’

Persoonlijk leed

Even wordt het stil. De hoge mate van gedrevenheid, van betrokkenheid; het ligt als een sluier over dit gesprek. Soms is werk maar werk. Maar in de ggz-branche vloeit werk niet zelden voort uit een overtuiging, een maatschappelijk drive, een ideaal of een persoonlijke situatie of aanleiding die de materie in de praktijk nog specialer maakt dan die al was op papier.

Martin: ‘Tja, het is bevlogenheid, denk ik. Ik heb in mijn naaste omgeving geen eigen ervaringen met suïcide. Maar de materie laat me niet los. Ik wil wat doen voor mensen op dit vlak, ik voel me enorm betrokken bij cliënten.’

Hij spreekt van intrige. ‘Kijk, als iemand zegt: ‘Ik wil dood’ dan wil ik weten waaróm. Dat intrigeert mij. Ik wil dan weten wat ik voor hem of haar kan doen, wil mensen helpen die zich ‘uitgesloten’ voelen. Want daar komt het vaak op neer.’

Moeilijk is het soms heus, ook als professional. ‘Iedereen is mens’, knikt Martin. ‘Er zijn dus ook dagen dat het allemaal even goed en hard bij je binnenkomt. Als professional moet je het loslaten, maar er is niks mis mee als het je eens persoonlijk raakt. Het zou juist gek zijn als dat nooit zo was.’

Bekendheid

Meer preventie en zodoende minder suïcide is natuurlijk het doel, maar het zal niet zomaar voor elkaar zijn. ‘Een platform als ‘113Online Zelfmoordpreventie’ (mensen met suïcide en hun naasten kunnen hier 24/7 terecht voor online-en telefonisch-hulpverlening, red.) is goed, maar het duurt even voordat het bekendheid krijgt. En neem ook de rapportage. Vijf jaar geleden was die er niet over suïcidepreventie. Inmiddels wel, er zijn al een paar duizend gatekeepers.’

De moraal van het verhaal is dat suïcide al lang niet alleen maar iets is van de zorg. Het is een maatschappelijk fenomeen. ‘Zo moeten we het ook benaderen’, vindt Martin. ‘Het is tijd om ervoor te zorgen dat mensen hun suïcidegedachte delen. Dat het taboe er af gaat. En als er meer kennis komt en samenwerking, zoals door Supranet Community en gatekeepers, kunnen we als maatschappij op dit vlak echt stappen zetten.’

Meer weten?