Hoe je samen een opname kunt voorkomen...

Geplaatst op: 21-10-2016

Als iemand in een crisis zit of dreigt te raken, komt niet zelden de vraag voor een opname. Voor patiënten is dat een ingrijpende en ontwrichtende gebeurtenis, dus proberen we dat zoveel mogelijk te voorkomen. De teams van Spits (thuisbehandeling) en de Kortdurende Structurerende Dagbehandeling (KSD) zetten crisisinterventie in door mensen thuis of op de dagbehandeling begeleiding te geven. Een intensieve klus, maar het levert veel op: minder stigmatisering en patiënten ervaren met hun naasten hoe ze succesvol een crisis kunnen ombuigen.

Thuis functioneren

Elke ochtend draagt de crisisdienst zijn bevindingen over aan de kliniek, het Spits-team en de KSD. De teams bespreken kort het besluit, dat meestal een opnamevoorkomende strategie is: óf het Spits-team komt bij iemand over de vloer óf mensen komen voor dagbehandeling bij de KSD óf er wordt gekozen voor een combinatie daarvan.

Lieuwe Krol, psychiater bij de crisisdienst en de KSD, legt uit hoe die keuzes tot stand komen: ‘Alles wat we doen, is erop gericht om mensen te laten functioneren in hun dagelijkse ‘systemen’. Daarmee bedoelen we bijvoorbeeld hun gezin, relaties, vrienden, werk en school. Het Spits-team stut en steunt met behandeling en begeleiding de patiënt thuis, samen met naasten en familie. Soms is het beter dat iemand even uit de thuissituatie stapt of is aanvullende diagnostiek nodig. Dan is dagbehandeling heel geschikt. Bij KSD hebben we een heel rijk aanbod van psychologen, therapeuten en psychiaters, waar ook het Spitsteam uit kan putten.’

Patiënten lopen vaak al jarenlang rond met complexe problematiek en hebben het vertrouwen in zichzelf verloren

Lieuwe is trots op de teams: ‘Ze werken nagenoeg zelfsturend. Na het overleg ’s ochtends, gaat iedereen aan de slag. Hierdoor gaat veel kostbare tijd daadwerkelijk naar de zorg. Het werk vraagt om snelheid en pit. De medewerkers werken erg zelfstandig en moeten goed kunnen inschatten wanneer iemand meer hulp nodig heeft. Dat vraagt om moed, inzicht en persoonlijk leiderschap. Tegelijkertijd treffen beide teams de mensen op een goed moment. Patiënten lopen vaak al jarenlang rond met complexe problematiek en hebben het vertrouwen in zichzelf verloren. Als ze dan in een crisis terechtkomen, schamen ze zich en willen ze heel graag veranderen, maar durven soms niet meer. Dat maakt het werk uitdagend en inspirerend.’

Crisis en vervolg

Spits en KSD verbinden de crisisdienst met vervolgbehandeling. In de drie weken na de crisis kijken ze wat er aan de hand is en wat de cliënt nodig heeft. De  daaropvolgende drie weken regelen ze de doorverwijzing naar een vervolgbehandeling. Dat klinkt makkelijk, maar de praktijk is vaak weerbarstig. 

‘Soms is iemand nog niet stabiel genoeg voor een vervolgbehandeling. Of doordat er wachtlijsten zijn, kan iemand niet direct doorstromen. Deze mensen laat je na zes weken niet zomaar los, dus bieden we de eerste groep de verlengde stabiliserende module aan en tijdens de overname zo nodig een ondersteunende module voor de nieuwe behandelaar. Als we weten welke vervolgbehandeling wenselijk is, dan kijken we of we daar alvast (deels) mee kunnen beginnen. Hierdoor verloopt de overgang naar de daadwerkelijke behandeling veel soepeler’, legt Lieuwe uit.

Veerkracht

Naast dat de inzet van Spits en KSD opname voorkomt, heeft het ook een positieve invloed op de veerkracht - met een mooie Engelse term ‘resilience’ - van cliënten. Lieuwe stelt dat de kans op crises later veel kleiner is, al is dat lastig meetbaar: ‘Door direct na de crisis met mensen aan de slag te gaan, in hun vertrouwde omgeving met naasten en familie, spreek je die veerkracht aan. Ze zitten niet bij de pakken neer, maar gaan werken aan hun psychische problemen. Daardoor kunnen ze in de toekomst ook beter omgaan met hun klachten.

De Friese werkwijze past in de eisen die het landelijk platform IHT stelt, maar we bieden inhoudelijk meer en zijn flexibeler

De werkwijze van de Spits- en KSD-teams van GGZ Friesland past in de recente landelijke ontwikkeling van Intensive Home Treatment (IHT). Lieuwe onderschrijft die ontwikkeling, maar noemt het tegelijkertijd ‘razend ingewikkeld’: ‘De Friese werkwijze past in de eisen die het landelijk platform IHT stelt, maar we bieden inhoudelijk meer en zijn flexibeler. Je ziet nu de wens ontstaan om IHT te certificeren, met een vaste teamsamenstelling en werkwijze als gevolg. Dat zou betekenen dat we onze manier van werken moeten aanpassen, terwijl we nu heel succesvol zijn in het ombuigen van een crisis en de aansluiting op een vervolgbehandeling. In mijn ogen gooi je dan het kind met het badwater weg. Daarnaast doet Nynke Boonstra, lector Zorg en Innovatie, SMART-onderzoek naar welke manier van werken het meest bij draagt aan het ombuigen van een crisis en kansen op herstel.

Meer weten?