Kindcheck: Maak het onzichtbare zichtbaar

Geplaatst op: 21-10-2016

Meer bekendheid over kindermishandeling, oudermishandeling, huiselijk geweld en meer vaardigheid in de professionele begeleiding hierin; dat zijn doelen van GGZ Friesland. De zogeheten Kindcheck is een voorbeeld van een onderdeel van zo’n meldcode (huiselijk geweld en kindermishandeling). Tijd om daar, met behulp van systeemtherapeut Reinette Montsma van projectgroep ‘werken met meldcodes’, op in te zoomen. 

Van huisartsen tot verpleegkundigen en van maatschappelijk werkers tot psychiaters en psychologen; de Kindcheck is, sinds de implementatie van de wet op 1 juli 2013, voor al deze professionals bedoeld. Wanneer je met volwassenen werkt, moet je nagaan of de patiënt minderjarige kinderen thuis heeft en daar zorg voor draagt. En vooral: of kinderen veilig kunnen opgroeien.

Je doet dit als GGZ-medewerker bij volwassen cliënten met ernstige psychische problemen of een drugs- of alcoholverslaving. Of bij cliënten die een partner hebben die geweld gebruikt. ‘Onze cliëntenpopulatie valt onder deze groep waarin dit gecheckt wordt’, vertelt Reinette. Cruciaal zijn volgens haar twee dingen. Ten eerste het spreken van een cliënt in een zodanige sfeer dat tijdens het gesprek de zorg voor kinderen ter tafel komt en de cliënt zich gesteund voelt door een hulpverlener. Ten tweede: het inschatten van een risicosituatie. Bij dat eerste gaat het om de vragen die gesteld worden, bij het tweede over het herkennen van oudersignalen.

Wij willen handvatten aanreiken, zodat medewerkers vaardiger worden en zaken niet te lang blijven liggen

Gesprek met patiënt(e): welke vragen stelt de professional?

  • Hij vraagt zijn patiënt of er minderjarige kinderen bij hem in huis wonen. Zo ja, met wie de patiënt de zorg voor deze kinderen deelt;
  • Hij onderzoekt samen met zijn patiënt of het hem, ondanks de situatie, lukt om de kinderen voldoende verzorging, zorg en veiligheid te bieden. Daarbij komt de vraag of hij daar hulp bij heeft (en eventueel extra gewenst is);
  • Hij vraagt zijn patiënt of hij een (ex-)partner heeft met kinderen waar hij geregeld aanwezig is;
  • Hij vraagt zijn patiënte of deze mogelijk zwanger is.

Zo kan de professional vaststellen of zijn zorgen over de mogelijke ernstige schade voor de kinderen zijn weggenomen. Of juist dat de zorgen na het gesprek zijn gebleven. Is dat laatste het geval dan zet de professional op basis van de oudersignalen de stappen van de meldcode. Deze stappen zijn er op gericht de situatie waarin de kinderen zich feitelijk bevinden nader te (laten) onderzoeken en zo nodig (meer) passende hulp te organiseren voor betrokkenen. 

Reinette: ‘Om familiaal geweld te herkennen, vinden we het als projectgroep belangrijk dat we in gesprek zijn met cliënten en dat we weten van wie zij afhankelijk zijn. Of wie juist van hén afhankelijk zijn. Zo kunnen we een inschatting maken van gewelds- en mishandelingsrisico en vervolgens helpen de situaties ten goede te keren. Maar het begint bij signaleren.’

Voorbeelden van oudersignalen

  • Een psychische aandoening;
  • Ernstig (of chronisch) middelenmisbruik;
  • Beide ouders hebben een psychisch probleem of een verslavingsprobleem;
  • Relatie tussen ouders is slecht: bijvoorbeeld omdat ze voortdurend ruzie hebben;
  • Sprake van huiselijk geweld of financiële problemen.

Naast de voorbeelden van oudersignalen zijn er ook andere omstandigheden waardoor er kans is op grotere problematiek. Te denken valt daarbij aan weinig aandacht en weinig betrokkenheid van de ouder voor het kind, onveilige hechting van het kind aan de ouder, agressief gedrag van de ouder of inadequate opvoedingsstrategieën. 

‘Een psychisch probleem hebben, betekent niet per se dat je niet kunt opvoeden’, nuanceert Reintte. ‘De bedoeling van de Kindcheck, die eens per half jaar uitgevoerd wordt, is om situaties te voorkomen waarin onze handen gebonden zijn en mensen in de knel komen. Het is belangrijk om tijdig en goed zicht te krijgen op de situatie van kinderen van cliënten.’

Het nog niet aanpakken van sommige zaken heeft vaak te maken met dilemma’s van medewerkers. Juist het stilstaan hierbij, toont volgens haar aan dat ze zorgvuldig willen handelen. ‘Wij willen handvatten aanreiken, zodat medewerkers vaardiger worden en zaken niet te lang blijven liggen. We kunnen zodoende allemaal van elkaar leren. Met oog voor het belang van kinderen van patiënten en patiënten in de knel.’

Meer weten?