‘Mensen kijken hier meer naar elkaar om dan in het Westen’

Geplaatst op: 27-08-2019

Hans van de Moosdijk werkte veertig jaar in de psychiatrie in Amsterdam. Met de zestig in zicht verlangde hij naar rustiger vaarwater en streek in Fryslân neer.

100 procent

In Amsterdam heeft hij zo ongeveer op elke straathoek een herinnering. Na veertig jaar werkzaam te zijn geweest in de Amsterdamse psychiatrie heeft Hans van de Moosdijk (59) bijna alles wel een keer meegemaakt. Maar tegelijk werd het beeld de laatste jaren ook eenzijdiger. Weer een toerist met een overdosis, weer agressief gedrag en weer met lege handen als er behoefte was aan een crisisbed. ,,Het voelde soms als dweilen met de kraan open.”

,,In Amsterdam is de druk op crisisbedden enorm groot. Terwijl de groep die ervoor in aanmerking komt groeide, nam het aantal crisisbedden af. Te duur. Daardoor moet je bijna vechten om voor een bed in aanmerking te komen.”

Friezen stug? Ik heb er eerlijk gezegd nog niks van gemerkt.

Van de Moosdijk maakte de hele beweging van psychiatrische opvang buiten de stad naar klinieken in de stad mee. Hij begon als achttienjarige in Santpoort, waar psychiatrisch patiënten vanuit Amsterdam werden opgevangen. Later verhuisde de groep naar klinieken verdeeld over de stad. Van de Moosdijk belandde zelf in een kliniek in de wijk Osdorp.

Zijn werkzame leven nam een rigoureuze wending door de Bijlmerramp in 1992. ,,Ik werd die avond en de dagen erna ingezet in de crisisdienst en verleende eerste psychosociale en psychiatrische ondersteuning.” Sindsdien is de ambulante psychiatrie zijn werkterrein.

De beweging naar zo veel mogelijk opvang in eigen huis kan hij inhoudelijk nog wel begrijpen. ,,Maar dat betekent ook dat er een groter beroep gedaan wordt op de omgeving. Als hulpverlener ben je een passant. Ik vind dat er altijd een alternatief moet zijn voor als mantelzorgers uitgeput raken. Maar dat aanbod is de laatste jaren uitgehold.”

In Fryslân treft hij, ook al werkt hij er nog maar zes weken, een verstandigere organisatie aan. ,,Het is een zegen dat de ggz-kliniek in Franeker opengehouden is. Daar is een plek waar mensen, die om wat voor reden ook verward gedrag vertonen, zichzelf kunnen zijn.”

Aan alles merkt hij dat Franeker van oudsher het psychiatrische epicentrum van Fryslân is. ,,Verwarde personen zijn in Franeker nog geaccepteerd. Mensen weten: ach, die hoort op het terrein. Ik wijs hem wel even de weg.”

Toeval

Per toeval belandde hij in Franeker, waar hij zijn droomhuis vond. Pas later ontdekte hij de rol die Franeker speelt in de geestelijke gezondheidszorg in Fryslân. Het bevalt hem uitstekend in zijn nieuwe stad. ,,Mensen kijken hier meer naar elkaar om dan in het Westen. Ik word begroet op straat. Een buurvrouw vroeg me nadat ik verhuisd was hoe het bevalt. Dat klinkt misschien heel normaal, maar in Amsterdam is dat niet overal zo.”

Zo valt het Van de Moosdijk ook op dat er door de omgeving eerder aan de bel getrokken wordt bij een crisis. ,,Het is niet zo dat de crisisdienst hier minder heftig is. Maar er komen minder crisisgevallen voorbij en problemen lijken hier sneller gesignaleerd te worden.”

Over specifieke gevallen wil Van de Moosdijk niet praten. Maar in de ambulante dienst is het hele spectrum aan psychiatrie aan hem voorbij getrokken. ,,Er is vaak onterecht angst voor mensen die verward gedrag vertonen. Ze worden verwarde mensen genoemd, maar in 9999 van de tienduizend gevallen gaat het om aardige mensen met een klein rafelrandje.”

In de complexer wordende maatschappij waarbij alles wat je doet ook nog eens zo op straat ligt, redt een groep mensen het gewoonweg niet. ,,Als dan tegelijk het aantal opvangplekken afneemt, creëer je dus een probleem.”

Echt contact maken met mensen die psychische hulp nodig hebben, is wat Van de Moosdijk het mooiste vindt in zijn werk. ,,Je moet assertief zijn en van aanpakken houden. In dit vak moet je in een probleemsituatie een stap vooruit doen waar anderen hem achteruit zetten. Daar moet je de lol van kunnen inzien.”

Voors en tegens

Met de zestig in het vizier begon Van de Moosdijk te dromen over een werkzaam leven buiten Amsterdam. Op een lijstje met voors en tegens eindigde Fryslân hoog. Redelijk dichtbij de Randstad waar hij veel familie en vrienden heeft wonen, fijne mensen en een mooie en diverse provincie. ,,Friezen stug? Ik heb er eerlijk gezegd nog niks van gemerkt. Als je gewoon een beetje normaal doet, maak je hier juist gemakkelijk contact met mensen.”

Van de Moosdijk vond eerst zijn huis in Franeker, daarna pas zijn baan bij GGZ Friesland. Nu komt hij in dorpen waar hij de naam nog nooit van had gehoord. En ook al duurt zijn nieuwe leven nog maar zes weken, hij heeft nog geen seconde spijt gehad van de overstap.

Meer weten?